Gewoonten
en gebruiken rond het levenseinde in Hongaars Gereformeerde kerk
Lezing op
de miniconferentie van GZB,HOE en GB
Ik groet u hartelijk namens de Hongaars Gereformeerde Kerk. Voor mij was
een grote verrassing, maar ook een grote voorrecht en verantwoording deze
opdracht aan te nemen om namens de Hongaars Gereformeerde Kerk te spreken.
Natuurlijk ik zal meer over de gebruiken en gewoonten in Zevenburgen te
spreken, maar ik denk, dat deze zijn niet veel anders op andere gebieden, waar
Hongaars gereformeerden leven. Het is een groot verschil tussen dorp en
stadsgemeenten in de beleveing van de dood en begrafenis, omdat ik op platte
land ook predikant was, kann ik ook erover spreken. In het algemeen de thema
van dood is een taboe, men spreekt niet graag over. Bij ons gebeurt vaak, dat
de predikant is uitgenodigd om bij een sterfbed te komen, maar de verwandten
vragen met nadruk, dat je over de dood geen woord spreekt, want ze zeggen: we
praten maar altijd over het leven met hem, we zeggen altijd, dat hij of zij zal
beter worden. Vaak wordt ook avondmaal gevraagd op de sterfbed, maar heel velen
vragen niet erom, omdat de zieke niet zou denken, dat hij of zij zal straks
overlijden. Hoewel deze gewoonte heeft een roomse achtergrond, namelijk de
laatste zalving, ik ben blij, als ik om avondmaal gevraagd ben, want dan heb ik
nog een laatste gelegenheid om de de stervende te spreken, hem te bemoedigen en
troosten in het geloof. Helaas zijn maar weinigen, met degenen open over deze
vragen kunt spreken, meestaal bekeerde, diep gelovige mensen, die een vaste
grond van zaligheid en eeuwig leven hebben. Zij achterlaten vaak te text van de
begravenispreek en ook de gezangen, die ze willen, dat op hun begravenis
gezongen zouden worden. Helaas zulke mensen zijn 1-2 pewr jaar van de 70-80,
die we in onze gemeente jaarlijks begraven. Ik heb overigens alleen in deze
gemeente waar ik nu al sinds 16 jaar sta, meer dan 1100 mensen begraven.
Op platte land gebeurt
meestaal de dood in de kring van de familie, die zijn dag en nacht bij de
stervende. Als op platte land iemand overlijdt,dan worden straks de kerkklokken
geluid, zo weet al iedereen, dat iemand overleden is, de klokken worden 3 keer
geluid s morgens 8 uur s middgs om 12 uur en in de middag om 5 of 6 uur. De
predikant is ook meteen op de hoogte gebracht, ze brengen de gegevens van de
dode mee, en het wordt de rouwgesprek gehouden. In de stad dit gebeurd soms
alleen op de dag van de begravenis, het is met mij ook gebeurd, dat ik 1 uur
had om om te kleden en op de begravenis me voor te bereiden. Maar dit is
uitzondering. ,meestaal minstens 1 dag eerder komen ze ook naar de kerkelijke
bureau om de doodbericht te geven en met de predikant over het leven van de
dode te spreken. De dode wordt opgebaard in de mooiste kamer, alles wordt in
zwart gekleed, er komen al bijgelovige gebruiken, b.v.dat alle spiegels in het
huis bedekt zijn, precies weet ik niet waarom dit gebeurt, maar ik denk, dat
mocht de ziel van de dode terugkomen, dan moet hij of zij het huis niet
herkennen. Een heel sterke gewoonte op platte land, maar ook nog in de stad is
de zogenaamde bewaking, dit heeft ook een heidense afkomst, de dode mag niet
alleen gelaten worden, iemand moet erbij zijn. In vele gemeenten helaas dit was
en is nog ook heidens gedaan, met veel drank en kartenspel. Gelukkig in de
laatste tijd is dit te veranderen, en we proberen deze gewoonte met
christelijke inhoud te vullen. Naar mijn overtuiging is dit het meest goede en
gangbaarste weg, die we moeten in deze volgen. Deze gewoonten zijn zo diep
ingeworteld in het leven van de mensen, dat de strijd ertegen is bijna
hopeloos, maar we moeten dit met christelijk inhoud vullen. In mijn praktijk
gebeurt dit op volgende manier: Met een groep mensen, op platte land was dit de
scriba, koster en organist gingen we tot de rouwdragende gezin, daar hebben we
een paar minuten bij de lijkkist gestaan, soms even pratend over de
omstandigheden van zijn of haar dood, dan gingen we in een andere kamer, waar
ook zitplaatsen waren, daar heb ik een Woord uit de bijbel gelezen, natuurlijk
texten,die gaan over troost, opstanding,eeuwig leven, daarna kwam een korte
uitleg van ongeveer 5 minuten, daarna een gebed om kracht,vertroosting, ook
zegen voor de begravenis ,dan onze vader. Dan komt een maaltijd ook, in Turea
was dit een kippensoep, maar dit wordt nu meestaal gereduceerd op een stuk keek
of broodje. Helaas het wordt ruim gedronken,de Hongaren drinken ook als ze
vreugde, en ook als ze verdriet hebben, en tegen dit is heel moeilijk te
strijden, want de maat is al eeuwenland vastgezet, in Turea was dit 300 gram
borrel,dus 6 glasjes met 50 gram.Dit ging met 1-2 glasjes om de beurt,
natuurlijk kon iemand dit ook afwijzen, maar dit gebeurde er helaas amper, en
zo kunt u voorstellen,de mannen hebben de bewaking in redelijk vrolijke sfeer
verlaten, die soms erg pijnlijk voor familie was, want sommige begonnen al
grapjes te maken of luid te spreken,die de sfeer van stilte en rouw heeft erg
slecht gedaan. Ik probeerde de rantsoen op de helft te reduceren, maar ik had
erin geen succes helaas. Ze zeiden vaak: o dominee, hij was een goede vader en
moeder, hij,zij heeft dit verdient, we
kunnen hem of haar niet als een hond wegwerpen. In de stad ben ik maar heel
zelden geroepen om op de bewaking deel te nemen, in de stad gebeurt dit alleen
met de nauwe verwanten en buren, en het eten en drank is veel minder, het wordt
meestaal een stuk keek en hoogstens 2 glasjes borrel en wijn genuttigd.
De begravenis op platte land gebeurt ook heel deftiger en langer, duurt
minstens 2 uur. De klokken beginnen te luiden, dan gaat de predikant met de
scriba en organist tot het rouwhuis, waar de dode nog opgebaart staat, en de
lijkkist is nog open, eerst wordt gezongen, dan de predikant spreekt de votum
uit 2Cor.1,1-3, dan wordt weer gezongen, daarna gaat de predikant en de
organist in de hof van het huis, de scriba en ouderlingen zetten de deksel op
de lijkkist, die wordt op twee stoelen gezet, daar wordt weer gezongen, dan
leest de predikant een langere text uit de Bijbel, meestaal Psalm 90, ik las graag
ook 2Petrus 1,1-10, er wordt gebeden, dan weer gezongen, daarna gaat de stoet
naar de kerk, de lijkkist is in de gang van de kerk opgebaard, de familieleden
blijven bij open deur naast de dode, en de predikant preekt op de preekstoel.
Helaas in vele gemeente is het behuilen van de dode ook bruikbaar, ze
schreeuwen en wenen, maar niet omdat ze zo een pijn hebben, maar veel meer, als
ze het niet doen, dan zullen de mensen het zeggen, dat ze de dode niet genoeg
lief hadden. In de stad is dit al veel minder, alleen bij zigeuners weet ik al
precies, wanneer ze beginnen te schreeuwen of flauw te vallen, en ze moeten
gepakt worden, dat ze niet in de graf springen. Soms lijkt dit meer op een
comedie, dan op een tragedie.
Het is bij ons een grote debatte over de begravenispreek. Sommige
predikanten beweren, dat deze preek. net als andere preken moet een textuitleg
zijn, je hoeft niks over de dode zeggen, hoogstens aan het eind moet je de
familieleden opsommen en zo afscheid nemen. Ik ben vel tegen deze mening, en ik
beweer,dat een begravenispreek is heel wat anders,dan een zondagspreek. Ik
pleit voor een persoonlijke,menselijke prediking,die ook over het leven van de
dode gaat. Als hij of zij een gelovige mens was, dan kun je zijn of haar leven
als voorbeeld vóór de gemeente stellen, als niet dan kun je de droefheid van
God en aanwezigen tot uiting brengen, en zeggen: we kunnen en moeten anders
leven, als dit door de overledene gedaan was. Zo kann de preek een sterke
evangelizatie en oproep tot de bekering zijn. Ik probeer aan het eind van de
prediking ook persoonlijk tot elke familielid iets zeggen, tot de man of vrouw,
tot kinderen, kleinkinderen, broers en zussen. Dit doe ik meestaal met passende
bijbelse woorden. Helaas in de stad komen de doden op een loopbaan, dit
betekent, dat een preek mag niet meer dan 15-20 minuten duren, want over 1 uur
is al de volgende begravenis. In mijn praktijd de tijdsindeling is de volgende: 5 minuten textuitleg, 5 minuten toepassing
van de text op het leven van de overledene, en dan weer 5 minuten vertroosting
van de familieleden en van de gemeente. Heel moeilijk zijn de begravenissen van
de zelfmoordenaren, waar de familie soms wil dit als een heldendaad laten
loven, maar de predikant moet uitspreken, dat dit een zware zonde is tegen God
en zijn gebod, en moet de hele gemeente waarschuwen van zo een daad. Je moet in
zo een geval voor nog meer wijsheid bidden, dat je ook de waarheid van Gods
Woord niet verzwijgt, en ook de familie niet kwetst,die diep verwondt is.
Na de preek gaat de stoet naar de graf, waar eerst een gezang is, daarna
wordt een text gelezen, meestaal uit 1Cor.15, maar ook Joh.14,1-6, of
1Thess.4,14-18. Ik lees meestaal Joh.14,1-6 omdat de tijd heel kort is. Soms
gebeurt, dat ook iemand anders een toespraak wil houden namens de werkkollegen,
of tijdsgenoten of iemand wil een gedicht voordragen. Ik geef toestemming voor
zoiets alleen aan het graf, want helaas soms worden zulke toespraken
gehouden,die in groffe tegenstelling met Woord Gods staan.
Na de begravenis is meestaal weer een doodsmaaltijd, dit heeft ook een
heidense afkomst, maar dit is weer diep ingeburgerd in de zielen van de mensen.
Op platte land is de hele stoet uitgenodigd om te komen tot de huis van de dode
en daar eten en drinken. Vele mensen komen natuurlijk alleen op de begrafenis
om dan gratis te kunnen eten en drinken. In deze is de mening van de
predikanten ook verdeeld. Sommige zeggen: omdat dit een heidense gewoonte is,
ze nemen geel deel aan deze maaltijd. Ik zit in de andere groep, die zegt: deze
gewoonte moet je ook proberen met christelijke inhoud vullen. Ik heb meestaal
hele goede gesprekken bij deze maaltijd met de nauwe familieleden, die ik nu in
de stad amper ken. Op platte land wordt helaas weer uitbundig gedronken, en de
mannenbroeders komen halfdronken naar
huis. In de stad is deze maaltijd meer simbolisch, dit betekent, dat bij de
deur van de begraafplaats krijg je een stuk keek en een glas borrel, in de stad
wordt wel ook niet alkohol, fris of Cola of mineraalwater aangeboden, en vele mensen
kunnen dan dit gebruiken. De familieleden staan meestaan in de deur en ze
worden nog het laatst gegroet, meestal met een heilige kus of met een omarming.Rijkere
gezinnen houden een rouwmaaltijd in een restaurant, als er mogelijkheid is, dan
probeer ik daar ook te bidden. De deelname van de predikant is op platte land
ook een goede rem in het drinken, en als de predikant opstaat en weggaat, dan
gaan alle mensen weg, anders blijven ze urenlang daar en worden ze nog meer
dronken. In de stad we nodigen de rouwdragende gezin, om op de volgende zondag
in de dienst deel te nemen. Dit is ook een beetje in de plaats van de roomse
rouwmis , maar ook zo komen ze nog minstens één keer naar de kerk, en wie weet,
God kann hun ziel ook met deze gelegenheid grijpen. In het algemeen we willen
de begravenis, even omdat heel vle randkerkelijken ook komen gebruiken om een
intense evangelizatie en oproep tot bekering te doen.Bij moeilijke
begravenissen de predikant of en groep van ouderlingen doet een vizite bij de
weduwe of wedunaar.
En tenslotte over de crematie in onze kerk. De situatie erin is erg
verschillend. Wij in Zevenburgen-Roemenie begraven amper gecremeerde mensen,
want in Roemenie is alleen één Crematorium, namelijk in Boekarest. Dus als
iemand wil zijn familielid cremeren, dan moet hij de dode naar Boekarest
brengen, en dit kost zeker 3-4 keer zo als een begravenis in een lijkkist. Ik
denk de situatie zal binnenkort erin ook niet veranderen, want de ortodoxe kerk
is vel tegen de crematie. Heel anders is de situatie in Hongarije, waar al in
bijna elke grotere stad een crematorium is, en waar de crematie heel vaak
voorkomt. Maar nog even terug in Zevenburgen: Wij begraven toch wel gecremeerde
mensen, namelijk zulke, die b.v.gaan tot hun kinderen naar Hongarije, en daar
plotseling overlijden. De kosten om in een dubbele lijkkist thuisgebracht
worden is meer dan duizend euro, en daarom kiezen de verwanten voor
crematie,die is maar ongeveer 100 Euro. Het is veel meer een finatiele, dan een
teologische vraag dan. Zo begraaf ik soms hele lieve,diep gelovige
gemeenteleden, onlangs een ouderling, straks zal ik een vrouw van een ouderling
begraven, die ging tot haar kind om een hartoperatie te ondergaan, en ze stief
nog voordat ze geopereerd kon worden. Onze kerk heeft geen oficiele standpunkt
in de kwestie van de crematie, ik heb overal gezocht en ik heb helemaal niks
gevonden. Ik weet zo, dat in Hongarije komt heel vaak voor, dat er mensen
gecremeerd worden, ook beroemde en gelovige predikanten zijn gecremeerd. Ik
hoor in de laatse tijd van vele gemeenten in Hongarije, die onder de kerk in de
kelder een zogenaamde columbarium inrichten, en dit brengt een goede geld in de
kassa van de kerk. Onlangs hoorde ik van een gemeente van Boedapest, die zo
kann alleen een nieuwe kerk bouwen, dat ze hebben al een paar honderd plekken
voor de urnes verkocht. Van een goede vriend in Szeged Sipos Zoltan, die een
bekende dogmatikus is heb ik gevraagd over de crematie, en hij heeft verteld,
dat in zijn stad zijn perioden, als het veel regent, dat je kunt alleen maar
gecremeerd begraven, want de begraafplaats ligt op een natte plek, en in zulke
tijden is de graf vol van grondwater. Ik heb de mening van teologische
hoogleraren en vele predikanten in Hongarije en Zevenburgen gevraagd, de meesten
zijn niet voor crematie, maar het wordt unaniem beweerd, dat is niet een
principiele vraag, het is een adiaforon, hoe wij dit teologen zeggen, dus het
is niet hoofdzaak, en heeft met de opstanding niets te maken, ze beroepen zich
ook op de tijden van de vervolgingen, als de christelijke maartelaren verbrandt
waren op een brandstapel of in de tuinen van Nero s als levende fakkels. Het
wordt gezegd, dat met de lichaam gebeurt in ongeveer 100 jaren net degene wat
in de crematie in een paar minuten gebeurt.
Mijn persoonlijke mening is: Ik ben helemaal niet voor de crematie, maar ik
denk ook, dat dit heeft niets te maken met de eeuwige lot van onze zielen. Wij
preken, dat de eeuwige lot van de mensen wordt besloten in de minute van hun
sterven, als ze geloofd hebben, dan gaan ze tot Christus, als ze niet geloofd
hebben, dan gaan ze in de verdoemenis. Helaas het probleem van de begraafplaats
is steeds groter, ook in onze stad, je kunt al heel moeilijk een plek vinden.
Ik ben bang, dat als een crematorium zal komen, dan moeten we ook straks vele
gecremeerde mensen begraven. Nu is dit nog niet zo. Wat nog denk ik gezegd moet
worden, inhoeverre ik het weet, in Nederland de crematie is een bewuste keuze,
om ermee van je ongeloof te getuigen, om te laten zien, dat er geen opstanding
en eeuwig leven is, en dit is bij ons helemaal niet het geval. Nogmaals gezegd,
het is veel meer een praktische of finantiele vraag.
Ik moet nog een paar woorden zeggen over de dodendag. Hoewel in onze
Kalender staat niet met rode letters geschreven, en het wordt niet gevierd, in
de praktijd wordt dit een steeds grotere feest. Als we de getallen vergelijken,
hoeveel mensen komen naar de kerk op 31 oktober op de hervormingsdag, en
hoeveel gaan ze volgende dag naar de begraafplaats om bij de graf van de
familieleden een struik bloem neer te zetten en kaarsen aan te steken, dan ben
je gewoon schokeerd. Maar het ziet zo uit, dat de strijd ertegen ook tevergeefs
is, hier geldt ook de algemene regel, dit heidens of roomse feest met
christelijke inhoud te vullen. Dit doen we op twee manieren. Allereerst op de
zondag van vóór of na deze feest proberen we een preek te besteden om de vragen
rondom dood, begravenis, dodendaag te behandelen, duidelijk maken, dat sommige
gewoonten helemaal heidens of onbijbels of bijgelovig zijn. Bij voorbeeld, het
kaarssen aansteken: als de ziel zou uit de graf komen, dan moet hij de plek
herkennen, dat hij/zij terugvindt in de graf. Natuurlijk de meeste mensen
hebben geen flauwe idee van de bijgelovige achtergrond, ze doen dit, omdat er
enerzijds heel mooi is, in de nacht lichten duizenden kaarssen, en anderzijds,
want iedereen zo doet. Maar bij meeste mensen helpt ook de preek niet om hun af
te halen van dit gebruik, en dan de meeste predikanten gaan in de avond van 1
november naar de begraafplaats, en op een bepaalde uur 5 of 6 meestaal houden
ze in vrije lucht, of als er een rouwcentrum is, dan daar een eenvoudige dienst
met twee gezangen, text , korte preek, en een gebed. Zo proberen we de prikkel
uit deze gewoonte uit te halen en proberen we uit zo een heidens of rooms feest
een bijbels en reformatorisch feest te maken.
Hiermee wil ik eindigen, want de tijd is al ook voorbij, die ik kreeg,
mocht u nog vragen hebben, dan als ik kann zal ik ze graag beantwoorden.
Tg-Mures-Nijkerk in november 2011 ds. Lőrincz
István
Nincsenek megjegyzések:
Megjegyzés küldése