2019. szeptember 15., vasárnap

Preek in Schoonhoven 22 september 2O19


Preek in Schoonhoven op 22 sept.2O19
Lezing: Johannes 17,13-26 
Text:Johannes 17, 2O-21

Ik groet U heel hartelijk in de naam van onze Heer Jezus Christus. Er zijn al een paar goede jaren voorbijgegaan, sinds we bij u waren, met de intrede van koning Willem Alexander. We zijn blij, dat we weer met 4 ouderlingen weer onder u mogen zijn. De thema van onze gemeenschappelijke bespreking waren de verschillende aspecten van het gemeenteleven. Ik heb voor deze dag een moeilijke  thema gekregen: éénheid en verscheidenheid in de gemeente. Over deze thema te spreken is nergens makkelijk, maar hier in Nederland is bijzonders moeilijk. Wij hebben een heel andere geschiedenis, als Jullie hier in Nederland. We leven daar samen met andere volkeren en denominaties. In onze stad leven samen Roemenen en Hongaren, roomsen, orthodoxen, gereformeerden, luthersen en de zog. neoprotestanten, die hier evangelischen worden genoemd. Deze samenleving geeft spanningen, maar we moeten toch met allen de vrede zoeken.
            Ik probeer in deze preek heel eerlijk te zijn, maar ik wil ook niemand kwetsen. Ik hoop dat de éénheid, die onder ons al meer dan 23 jaren bestaat, zal niet instorten.
            In de apostolische geloofsbelijdenis belijden wij ook, dat wij geloven in een algemene , christelijke kerk. Wij weten dat dit woord in het grieks luidt: katholiek. Dit is natuurlijk wat anders, dan “rooms- katholiek”, maar dit wil zeggen dat God heeft maar één kerk op deze aarde, verspreid op alle continenten en landen van deze wereld. In de Heidelbergse Catechismus staat ook dat Christus vergadert zijn kerk uit het ganse menselijke geslacht van het begin van de wereld tot het einde. De kerk begint dus al in de paradijs. Al Adam en Eva waren lid van deze kerk.
            Er wordt veel gesproken van Pinksteren, als de geboortedag van de kerk. In zekere zin kun je dit ook zo beweren, als we denken aan de christelijke kerk, die is daar ontstaan met de prediking van Petrus. Maar de kerk is al begonnen in de oude verbond. Daar had al God een volk, de Joodse volk, en pas dan met het zendingswerk van apostel Paulus begint de kerk tussen de heidenen ook verspeiding vinden. De kerk ligt op de fundament van de profeten en van de apostelen. De kerk heeft zijn wortels in de Jodendom, ook als de Joden hebben Christus als Messias verworpen. Maar de gemeente blijft een gemeente van Joden en christenen. Wij hopen dat in de eindtijd de Joden zullen ook tot bekering komen en zich voegen aan de gemeente van Christus.
            Dus God heeft al met Adam en Eva begonnen. God is dan vervolgens de God van Abraham Izaak en Jakob. De kerk blijft verbonden met Israel, ook als Israel wil niet van kerk horen en tot de kerk behoren. De kerk moet blijven bidden voor de bekering van Israel, van de oudere broeder.
            De grote vraag is: waarin ligt de eenheid van de kerk? In  enigheid van het ware geloof. Alle ware gelovigen, ook al zij tot verschillende kerkgenootschappen behoren herkennen elkaar in het geloof. Jezus zegt, dat degenen horen tot zijn kudde, die zijn stem horen en volgen. Ze herkennen zijn stem uit duizenden. Daarom ze zullen niet een vreemde volgen, want die heeft
2
een andere stem. Om wat een geloof gaat het dus eigenlijk? Om het geloof in de ene God, de God van Israel, de Vader van Jezus Christus. Het gaat om de  ene volmaakte Verlosser , die is gekruisigd en is opgestaan uit de doden. In dit geloof kunnen we elkaar vinden over verschillende taal en kerkmuren heen.
            Deze door Christus vergaderde kerk wordt vervolgens ook door hem beschermd en onderhouden. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat: deze heilige kerk wordt door God staande houden, tegen het woeden van de hele wereld, hoewel ze soms een tijdlang zeer klein is en tot niets schijnt te zijn geworden in de ogen der mensen.
Er kann geen twijfel erover bestaan, dat alle christenen zijn tot eenheid geroepen. Heel nadrukkelijk bidt Christus daarom in zijn hogepriesterlijk gebed in Johannes 17. Het gaat om een geestelijk eenheid, maar ook om een zichtbare eenheid, een eenheid in waarheid en liefde. Dit is eigenlijk de gemeenschap der heiligen. Dit is een belangrijke artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Dit wordt door verschillende kerken verschillend uitgelegd. De Heildelbergse Catechisme geeft een erg mooie uitleg in vraag een antwoord 55. Hier zien we de basis van de eenheid van Gods kinderen. De gelovigen allen en iegelijk, als lidmaten aan de Heere Jezus Christus en aan al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben. Dus, dit betekent, dat elke gelovige is vertikaal verbonden met Jezus Christus door het geloof, maar ze zijn ook horizontaal met elkaar verbonden ook door het geloof. Des te sterker is de band met Christus, des te sterker is de band ook met elkaar. Dit betekent, dat elke gelovige heeft gemeenschap met Christus, maar tegelijkertijd ook met elkaar. Dit is wat wij gemeenschap der heiligen noemen.

Ik stel u die vraag maar: heeft u een band met Christus?  heeft u liefde tot Hem ? En daaruit voortvloeiend heeft u liefde tot elkaar !! En tot de gemeente ? Tijdens de conferentie denken we daar over na... eenheid en gemeenteopbouw het krijgt pas vorm als Gods goede Geest u bezield en over u komt dat is wat God wil werken door de prediking heen.

            En natuurlijk de gemeente van Christus is een erg bonte maatschappij, daar zijn jongeren en ouderen, vrouwen en mannen, rijken en armen, ongeletterden en geleerden, gezonden en zieken, zwakken en sterken.
            Maar de grote vraag is, of dit eenheid ook wordt  beleefd, is het realiteit onder ons, of blijft het een mooi woord, en is de realiteit  heel wat anders. Want we zeggen zo deftig, dat wij geloven in een, algemeen christelijk kerk, (we hebben dat net ook met elkaar beleden) maar de realiteit is, dat er zijn honderd soorten kerken, er zijn de roomsen, de protestanten, de ortodoxen, de evangelischen, maar zelfs de gereformeerden zijn in zo vele kerken verdeeld. Hoe kun je hier in deze verschillendheid de eenheid met elkaar vinden? We kennen allemaal de beroemde uitspraak: in de hoofdzaak eenheid, in de bijzaak vrijheid, en in alles de liefde. Het is heel erg belangrijk, dat wij duidelijk zien, wat ons met elkaar over alle kerkmuren verbindt, waarin we één kunnen zijn, en wat zijn die dingen, waarin we elkaar de vrijheid geven, waarin de eenheid niet noodzakelijk is.
           
3
Ziende de verschillendheid tussen de kerken, we kunnen al gauw voorstellen, dat de eenheid betekent niet uniformiteit, eenvormigheid. Het is niet zo, dat we pas dan één kunnen zijn, als  we allemaal dezelfde bijbelvertaling gebruiken, als we allemaal dezelfde liederen, en ook op dezelfde manier zingen, ritmisch of niet ritmisch, of we alleen maar psalmen zingen of ook gezangen, als we allemaal dezelfde kleding voorschriften hebben of juist niet hebben, of we vrouwelijke ambtsdragers hebben of niet ... ik weet dit is in Nederland een grote twistzaak....maar ook als we zondag een ijsje kopen of niet kopen, bellen of niet bellen, fietsen of niet fietsen, ...... maar ook of de predikant de hele week in zwarte pak loopt of niet loopt, als wij de avondmaal zittend eerbiedig vieren..of lopend ontvangen, als we een kerstboom hebben of niet hebben, als we onder de kerstboom cadeaus zetten of dit we alleen met Sinterklaaas doen of we in de kerk kunnen fotos maken of niet, of wij de televizie in de woonkamer, of alleen op de zolder in een kast hebben en kijken, .....en zo kan ik nog veel meer dingen opsommen.Wij daar in Roemenie hebben een heel andere traditie, een heel andere geschiedenis achter de rug. Als ik thuis in Roemenie vertel, dat in Nederland sommige van dezen een belangrijke twistpunt is, dan kunnen de mensen bij ons dit absoluut niet volgen. Als ik vertel, dat in Nederland zijn er nog meer dan 1OOO zulke thuislezers, die alleen maar de preken van ds, Pauw lezen, dia la merr dan 6O jaar geleden overleden is, want voor hen hij is de enige zaligmakende prediaknt, dan kunnen ze absoluut niet begrijpen. Maar ook niet als ik vertel, dat bij de oud-gereformeerden moet je de bekering in 7 etappen, met precies aangegeven tijdstippen meemaken. Voor mij, als tolk en begeleider ban Nederlanders uit verschillende kerken en stromingen, is soms heel moeilijk de evenwicht te vinden. Ik geef u  een voorbeeld. Ik vertaal ook voor een stichting , die onder gevangenen werkt , ze zijn hersteld hervormd gereformeerden, die vroeger gekrookte riet genoemd waren. Één van de groep der Nederlanders is roker. Wij komen in het zuiden van het land in evangelische kerken. Daar wordt geen alkohol gedronken, en ook niet gerookt. Deze twee worden samen met de hoererij in bijna elke preek als de drie hoofdzonden genoemd. Met de alkohol is er dan nog niet zo een groot probleem, want dat nuttigen we meestal s avonds voor onze broze lichaam in de vorm van een koude bier, als onze gastgevers al weg zijn, ..... maar er is een groot probleeem met het roken. Want de Nederlandse broeder, die wel aanstoot neemt aan het feit, dat de christenen daar ook op zondag met een mobiel lopen en bellen, en sommige meiden met een broek omlopen, en al dat soort dingen... hij kan dat maar niet begrijpen, ......tegelijk zijn gedrag door te roken is daar  een aanstoot als hij na de dienst in de deur van de kerk  hij snel een cigarettje aan steekt om na twee uur durende dienst zijn velle nikotinedorst te stillen. Maar dan zit ik de war, want dan komen de lieve gelovigen daar tot mij en vragen mij: is deze broeder een gelovige, is hij bekeerd? Ik antwoord zonder aarzeling, jazeker. Maar dan krijg ik gelijk de vraag: dit kan toch niet, want roken en drinken is zonde. Ik probeer dan een saambindende antwoord: ja, dit geloof ik, maar in Nederland is roken en drinken , natuurlijk met mate geen zonde. Dit antwoord geeft enig rust voor de lieve broeders en ze gaan hoofdschuddend weg. Ik vertel dit aan u, om een beetje aan te geven, hoe moeilijk het is over hoofdzaak en bijzaak te praten, en te beslissen, wat is nou hoofdzaak en bijzaak. Want wat hier voor vele christenen hoofdzaak is, is bij ons een bijzaak, en wat daar hoofdzaak is, is hier een bijzaak.
            Paulus in 1Cor.9 zegt een interressant woord. Hij zegt, dat hij voor de Joden geworden is als een Jood, en voor de Grieken als een Griek. Voor de Jood is hij onder wet, voor de Griek is hij zonder wet, ik bedoel de wet van Moses. Hij zegt, dat hij allen alles is geworden, opdat hij enigen zou kunnen winnen voor het evangelie. Iemand kon zeggen: Paulus is een windhaan, die
4
karakterloos met alle winden meewaaide, hoewel dit helemaal niet waar is. Want hij zegt niet: voor de hoeren ben ik een hoer, voor de dieven een dief, en voor de moordenaars een mordenaar geworden! Dit moeten we niet zo uitleggen, dat hij probeerde het evangelie aan allen aanpassen, na de smaak en gevoel van de hoorders praten, en de scherpe kanten heeft hij allemaal afgesneden. Hij probeerde de cultuur van de mensen te begrijpen, en zo het evangelie aan hun te brengen. Ik zal daarvoor ook een voorbeeeld geven. Ik sprak een keer een Nederlandse predikant, die ging voor een paar jaren naar Canada, om daar een gemeente te verzorgen. In de canadeze cultuur, net als bij ons is zo, dat iedereen heeft een kerstboom in december in zijn huis, onafhankelijk van licht en zwaar, links of rechts, buiten of binnen verband. Maar deze predikant kon dit absolutt niet tolereren, en hij heeft een verschrikkelijke grote strijd tegen de kerstbomen gevoerd, en hij was erg trots, dat in de zes jaar, wat hij daar stond , is gelukt de kerstbomen uit te roeien. Maar de vrouw zei tegen mij: en zodra we weg waren uit de gemeente, iedereen heeft weer een kerstboom in zijn huis gehaald. Ik vraag me af: heeft zich geloond deze strijd te voeren, heeft zich geloond zo veel energie te gebruiken in zo een bijzaak te verstoppen. Overigens toen ik vertelde dat wij zelfs in de kerk een mooi kerstboom hebben met kerstfeest, dan zei hij woedend: ik zou dit uitgooien. Bij de afscheid zegt hij tegen mij: je bent ook andere keer welkom. Jij ook antwoorde ik, maar niet met kerstfeest, want we willen niet, dat onze mooie kerstboom wordt uitgegooid, en las je dit doet zullen we je neerschiten. Ik wilde ermee alleen laten zien in welke belachelijke situaties komen wij terecht, als we beginnen over de bijzaken ruzie maken, als we met wettische regels bezig zijn.
            De grote vraag is natuurlijk: hoe ver kunnen en mogen we gaan in de vrijheid, waar is de punt waar we niet meer kunnen meegaan? Dit is voor mij de persoon van Jezus Christus. Ik kan niet meegaan, met degene, die Christus niet als Gods Zoon, als Verlosser en Zaligmaker erkent. Ik kan niet meegaan met degene, voor die het kruis van Christus en zijn lijden en zijn bloed, niet de enige grond van de verzoening, zondenvergeving en eeuwige leven is. Ik kann niet meegaan met degene, voor wie de offer van Christus niet genoeg is, of die hoopt door zijn eigen goede werken in de hemel te komen. Ik kann niet meegaan met degene, voor wie Christus geen hoofd van de kerk is, de enige Middelaar tussen God en mensen. Ik kaan niet meegaan met degene, die beweert, dat deze wereld is niet door God geschapen, en deze wereld is nit in de voorzienende handen van God. Ik kann niet meegaan met degene, voor wie de Heilige Geest geen God is, alleen maar een onpersoonlijke kracht. Ik kann niet meegaan met degene, voor wie de rechtvaardiging niet alleen door het geloof in Jezus Christus is, en die de heiliging niet ernstig neemt. Ik kann niet meegaan met degenen, voor wie de Glorie van God niets betekent. Ik kann niet meegaan, die beweert, dat de Bijbel niet Gods Woord is, door Gods Woord geinspireerd, en die is maar als alle andere boeken puur door mensen geschreven is.  Ik kann niet meegaan met degene, die de zonde goedkeurt, en de morele geboden van God met voeten treedt, die niet met goede geweten tegen de duivel en de zonde strijdt. Ik kann niet meegaan met degene die onder de leuze van tolerantie zegt, dat alles mag. 
            Waar deze geloofswaarheden wegvallen, daaar kunnen we niet meer over kerk praten, alleen over een gemeenschap. Maar gemeenschap kunnen ook andere dingen geven. Er is goenoeg, dat een sluwe ronde gummibal in beweging komt in een stadion b.v in de Ajaxarena, dan schreeuwen al tienduizende mensen uit één keel en met één hart. En in het bijzonder als deze sluwe gummibal lukt in de poort van de andere ploeg te brengen, dan slaat de vurige
5
enthousiasme tot in de hemel.Maar is dit een ware en een liefdevolle gemeenschap? Hoe lag duurt en hoe diep  is er?
            Natuurlijk de grootste probleem is, dat we ondanks het feit, dat wij in één kerk geloven, we zien dit niet hier in Schoonhoven of daar in onze stad. Dit is in het bijzonder hier in Nederland een droevige realiteit. Ik was erg droevig 6 jaar geleden, toen we het laatst hier waren bij de intrede van de niewe koning, er was een ocumenische dienst en we waren maar een handvol mensen aanwezig. Ik vroeg me af: wat heeft de kerken belet om samen voor de nieuwe koning te bidden? Waarom konnden de roomsen en de meerdere protestantse kerken niet samen bidden, dat God de nieuwe koning zou zegenen en kracht geven?
In ons land elk jaar in de derde week van januarie wordt de zog. Okunmenische gebedsweek gehouden. Daar gaan de 4 historische kerken samen een eredienst  vieren. Elke avond wordt de dienst in een ander kerk gehouden, door een andere predikant.Voor deze week wordt de thema door een land uitgewerkt, waar zich alle kerken vertegenwordigen. In deze diensten proberen we de éénheid te beleven, we proberen elkaar niet te kwetsen, te spreken in de daad over wat ons verbindt en niet over wat ons scheidt.
Deze bede van Christus is erg diep en omvattend. Christus bidt hier alleen om het feit, dat de gelovigen hier op de aarde onder elkaar één zouden zijn. Natuurlijk bidt Hij ook voor. Maar zijn bede is meer omvattend. Hij bidt dat alle gelovigen met de hemel één zouden zijn, eens met de Vader, Zoon en Heilige Geest Christus bidt hier niet om een menselijke éénnheid. Zoiets kann de wereld ook in een voetbalstadion produceren, hoe we dit al gezegd hebben. De éénheid van de Christenen heeft een heerlijk doel, dat de wereld zou geloven, dat Christus is door de Vader in de wereld gestuurd. Met elkaar ruzie makende, met elkaar twistende, scheurende, elkaar verachtende,  elkaar  voor belachelijke dingen onbarmhartig veroordelende christenen zijn niet de beste reclame voor de zaak van Christus. Een zulke christendom, een zulke kerk is niet aantrekkelijk voor de wereld, veel meer aanstootgevend. Ruzie maken, met elkaar twisten, elkaar verachten, elkaar onbarmhartig veroordelen, deze kunst kann de wereld ook zelf beoefenen, daarvoor heeft ze geen kerk nodig. Maar als de wereld ziet, dat de christenen ondanks verschillen in cultuur, beleving, in de bijzaken ééns kunnen zijn, en van elkaar houden, dit kon mensen uit de wereld in de kerk lokken. Er zit veel in de spel: ongelovige, buitenstaanders kunnen aangetrokken of afgestoten worden.
Ik heb ook een prachtige persoonlijke ervaring  meegemaakt. 12 jaar geleden was ik deelnemer van een conferentie van Prison Felowship, een wereldweide stichting, die in gevangenissen bezig is, gesticht door Charles Corlson, de raadgever von president Nixon, die na de Water gate skandaal in de gevangenis kwam, en daar tot levend geloof  is gekomen. Nou op deze conferentie in Toronto waren we uit ongeveer 13O landen, ongeveer 7o kerken ongeveer 1OOO personen. De conferentie eindigde met een gemeenschappelijke avondmaalsviering. Sommigen in Nederland zouden zeggen: dit kann toch niet, maar toen kon het wel. En in dat moment, waar 1OOO mensen, uit 13O landen en uit 7O kerkgemeenschappen begonnen op te staan en tot de avondmaal gaan, ik had een gedachte. Ik beleef nu al, wat in het boek openbaring staat, dat een ontelbare menigte zal staan aan de oefer van de glazerne zee, met palmtakken  en harfen in de hand zingend de lied van Moses en van het Lam. Ik kann dat moment nooit vergeten. Toen
6
voelden we dat alle kerkmuren zijn in de daad gevallen en we waren één in de bloed van Jezus Christus.
            Wij moeten natuurlijk onze gereformeerde identiteit nooit opgeven. Als dit ons iemand van ons vraagt, dat moeten we eerlijk zeggen, ik kan niet meegaan. Maar we kunnen ook niet de roomsen, ortodoxen, evangelischen dwingen, dat zij hun identiteit opgeven. Wat hun betreft is mij de spreuk van Richard Wurmbrandt doorslaggevend: als iemend zegt, dat God zijn Schepper, en Christus zijn Verlosser is, die is mijn broeder en zuster in Christus.
            Tenslotte nog een opmerking: ik denk dat de groffe veroordeling en verachting van de christenen van andere kerken, die in de bijzaken anders denken niet nuttig is en God zegent dit niet. We zijn niet geroepen om elkaar te veroordelen, maar om elkaar te getuigen van ons allerheiligst geloof. We kunnen de andere kerken en de wat anders denkende christenen niet veranderen. Ik zeg met liefde degenen, die andere kerken en christenen liefdeloos veroordelen: let op, want in de hemel zullen ook roomsen, ortodoxen en evangelischen zijn en we moeten daar ook in elkaars ogen kijken.  Het zou erg vervelend zijn, als we daar onze ogen moeten neerslaan, omdat we hier, op de aarde  elkaar zo liefdeloos en onbarmhartig hebben veroordeeld. Het is erg triest, dat er zo vele kerken zijn, maar er is toch zo goed, dat God wil alle kerken, die in Zijn Zoon Jezus Christis geloven zegenen. We mogen niet vergeten : in deze éénheid geloven wij. In de Apostolische geloofsbelijdenis staat niet dat we zien, de ene algemene , christelijke kerk, maar er staat: wij geloven in deze kerk. In de éénheid van de kerk te geloven, is alleen maar mogelijk als je op Christus en zijn verlossingswerk kijkt. Als we op ons, en op de verdeeldheid van de kerken zien, dan kunnen we alleen vertwijfelen. Maar we zijn niet geroepen om te vertwijfelen, maar om te geloven. De pijn, dat er in plaats van één kerk meerdere kerken zijn zal ons blijven, we moeten deze pijn levenslang dragen. We zullen altijd eronder lijden, dat er een roomse, dat er een ortodoxe en ptotestantse en een evangelische kerk bestaat. Dit hoort tot de “voorlopigheid” van ons aardse bestaan. We leven nog niet in voleinding, maar in advent, we verwachten maar, wat volkomen is. Maar ook ondanks dit geloven we in één kerk. Niemand mag zeggen,: ik geloof niet in de opstanding, omdat er nog doden en graven zijn, ik geloof niet in genezing, omdat nog zieken zijn. Zo kunnen we ook niet zeggen: ik geloof niet in de ene kerk, want nu nog zo vele kerken zijn. Christus heeft gebeden voor de éénheid van de kerk, en dit kann niemand ongeldig maken. Wij geloven in de éénheid van de kerk, ook al we dit nu nog niet zien. 
            De verdeeldheid van de kerken, moet ons nog meer heimwee geven, naar de hemel, waar de kerkmuren zullen niet meer zijn, en we zullen volledig ééns zijn in het loven en prijzen van God en van de Lam. Wij geloven, dat de belofte, er zal één herder en één kudde zijn, in vervulling gaan. Daarom laten we ons tezamen roepen :Maranatha! Kom o Heere Jezus en maak uw kerk één! Amen


Nincsenek megjegyzések:

Megjegyzés küldése