Preek
in Schoonhoven op 22 sept.2O19
Lezing: Johannes 17,13-26
Text:Johannes 17, 2O-21
Ik groet U heel hartelijk
in de naam van onze Heer Jezus Christus. Er zijn al een paar goede jaren
voorbijgegaan, sinds we bij u waren, met de intrede van koning Willem
Alexander. We zijn blij, dat we weer met 4 ouderlingen weer onder u mogen zijn.
De thema van onze gemeenschappelijke bespreking waren de verschillende aspecten
van het gemeenteleven. Ik heb voor deze dag een moeilijke thema gekregen:
éénheid en verscheidenheid in de gemeente. Over deze thema te spreken is
nergens makkelijk, maar hier in Nederland is bijzonders moeilijk. Wij hebben
een heel andere geschiedenis, als Jullie hier in Nederland. We leven daar samen
met andere volkeren en denominaties. In onze stad leven samen Roemenen en
Hongaren, roomsen, orthodoxen, gereformeerden, luthersen en de zog. neoprotestanten,
die hier evangelischen worden genoemd. Deze samenleving geeft spanningen, maar
we moeten toch met allen de vrede zoeken.
Ik probeer in deze preek heel eerlijk te zijn, maar ik
wil ook niemand kwetsen. Ik hoop dat de éénheid, die onder ons al meer dan 23
jaren bestaat, zal niet instorten.
In de apostolische geloofsbelijdenis belijden wij ook,
dat wij geloven in een algemene , christelijke kerk. Wij weten dat dit woord in
het grieks luidt: katholiek. Dit is natuurlijk wat anders, dan “rooms-
katholiek”, maar dit wil zeggen dat God heeft maar één kerk op deze aarde,
verspreid op alle continenten en landen van deze wereld. In de Heidelbergse Catechismus
staat ook dat Christus vergadert zijn kerk uit het ganse menselijke geslacht
van het begin van de wereld tot het einde. De kerk begint dus al in de
paradijs. Al Adam en Eva waren lid van deze kerk.
Er wordt veel gesproken van Pinksteren, als de geboortedag
van de kerk. In zekere zin kun je dit ook zo beweren, als we denken aan de
christelijke kerk, die is daar ontstaan met de prediking van Petrus. Maar de
kerk is al begonnen in de oude verbond. Daar had al God een volk, de Joodse
volk, en pas dan met het zendingswerk van apostel Paulus begint de kerk tussen
de heidenen ook verspeiding vinden. De kerk ligt op de fundament van de
profeten en van de apostelen. De kerk heeft zijn wortels in de Jodendom, ook
als de Joden hebben Christus als Messias verworpen. Maar de gemeente blijft een
gemeente van Joden en christenen. Wij hopen dat in de eindtijd de Joden zullen
ook tot bekering komen en zich voegen aan de gemeente van Christus.
Dus God heeft al met Adam en Eva begonnen. God is dan
vervolgens de God van Abraham Izaak en Jakob. De kerk blijft verbonden met
Israel, ook als Israel wil niet van kerk horen en tot de kerk behoren. De kerk
moet blijven bidden voor de bekering van Israel, van de oudere broeder.
De grote vraag is: waarin ligt de eenheid van de kerk?
In enigheid van het ware geloof. Alle ware gelovigen, ook al zij tot
verschillende kerkgenootschappen behoren herkennen elkaar in het geloof. Jezus
zegt, dat degenen horen tot zijn kudde, die zijn stem horen en volgen. Ze
herkennen zijn stem uit duizenden. Daarom ze zullen niet een vreemde volgen,
want die heeft
2
een andere stem. Om wat een
geloof gaat het dus eigenlijk? Om het geloof in de ene God, de God van Israel,
de Vader van Jezus Christus. Het gaat om de ene volmaakte Verlosser , die
is gekruisigd en is opgestaan uit de doden. In dit geloof kunnen we elkaar
vinden over verschillende taal en kerkmuren heen.
Deze door Christus vergaderde kerk wordt vervolgens ook
door hem beschermd en onderhouden. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat:
deze heilige kerk wordt door God staande houden, tegen het woeden van de hele
wereld, hoewel ze soms een tijdlang zeer klein is en tot niets schijnt te zijn
geworden in de ogen der mensen.
Er kann geen twijfel erover
bestaan, dat alle christenen zijn tot eenheid geroepen. Heel nadrukkelijk bidt
Christus daarom in zijn hogepriesterlijk gebed in Johannes 17. Het gaat om een
geestelijk eenheid, maar ook om een zichtbare eenheid, een eenheid in waarheid
en liefde. Dit is eigenlijk de gemeenschap der heiligen. Dit is een belangrijke
artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Dit wordt door verschillende
kerken verschillend uitgelegd. De Heildelbergse Catechisme geeft een erg mooie
uitleg in vraag een antwoord 55. Hier zien we de basis van de eenheid van Gods
kinderen. De gelovigen allen en iegelijk, als lidmaten aan de Heere Jezus
Christus en aan al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben. Dus, dit
betekent, dat elke gelovige is vertikaal verbonden met Jezus Christus door het
geloof, maar ze zijn ook horizontaal met elkaar verbonden ook door het geloof. Des
te sterker is de band met Christus, des te sterker is de band ook met elkaar. Dit
betekent, dat elke gelovige heeft gemeenschap met Christus, maar tegelijkertijd
ook met elkaar. Dit is wat wij gemeenschap der heiligen noemen.
Ik stel u die vraag maar:
heeft u een band met Christus? heeft u liefde tot Hem ? En daaruit
voortvloeiend heeft u liefde tot elkaar !! En tot de gemeente ? Tijdens de
conferentie denken we daar over na... eenheid en gemeenteopbouw het krijgt pas
vorm als Gods goede Geest u bezield en over u komt dat is wat God wil werken
door de prediking heen.
En natuurlijk de gemeente van Christus is een erg bonte
maatschappij, daar zijn jongeren en ouderen, vrouwen en mannen, rijken en
armen, ongeletterden en geleerden, gezonden en zieken, zwakken en sterken.
Maar de grote vraag is, of dit eenheid ook wordt beleefd,
is het realiteit onder ons, of blijft het een mooi woord, en is de
realiteit heel wat anders. Want we zeggen zo deftig, dat wij geloven in
een, algemeen christelijk kerk, (we hebben dat net ook met elkaar beleden) maar
de realiteit is, dat er zijn honderd soorten kerken, er zijn de roomsen, de
protestanten, de ortodoxen, de evangelischen, maar zelfs de gereformeerden zijn
in zo vele kerken verdeeld. Hoe kun je hier in deze verschillendheid de eenheid
met elkaar vinden? We kennen allemaal de beroemde uitspraak: in de hoofdzaak
eenheid, in de bijzaak vrijheid, en in alles de liefde. Het is heel erg
belangrijk, dat wij duidelijk zien, wat ons met elkaar over alle kerkmuren
verbindt, waarin we één kunnen zijn, en wat zijn die dingen, waarin we elkaar
de vrijheid geven, waarin de eenheid niet noodzakelijk is.
3
Ziende de verschillendheid
tussen de kerken, we kunnen al gauw voorstellen, dat de eenheid betekent niet
uniformiteit, eenvormigheid. Het is niet zo, dat we pas dan één kunnen zijn,
als we allemaal dezelfde bijbelvertaling gebruiken, als we allemaal
dezelfde liederen, en ook op dezelfde manier zingen, ritmisch of niet ritmisch,
of we alleen maar psalmen zingen of ook gezangen, als we allemaal dezelfde
kleding voorschriften hebben of juist niet hebben, of we vrouwelijke
ambtsdragers hebben of niet ... ik weet dit is in Nederland een grote twistzaak....maar
ook als we zondag een ijsje kopen of niet kopen, bellen of niet bellen, fietsen
of niet fietsen, ...... maar ook of de predikant de hele week in zwarte pak
loopt of niet loopt, als wij de avondmaal zittend eerbiedig vieren..of lopend
ontvangen, als we een kerstboom hebben of niet hebben, als we onder de
kerstboom cadeaus zetten of dit we alleen met Sinterklaaas doen of we in de
kerk kunnen fotos maken of niet, of wij de televizie in de woonkamer, of alleen
op de zolder in een kast hebben en kijken, .....en zo kan ik nog veel meer dingen
opsommen.Wij daar in Roemenie hebben een heel andere traditie, een heel andere
geschiedenis achter de rug. Als ik thuis in Roemenie vertel, dat in Nederland
sommige van dezen een belangrijke twistpunt is, dan kunnen de mensen bij ons
dit absoluut niet volgen. Als ik vertel, dat in Nederland zijn er nog meer
dan 1OOO zulke thuislezers, die alleen maar de preken van ds, Pauw lezen, dia
la merr dan 6O jaar geleden overleden is, want voor hen hij is de enige
zaligmakende prediaknt, dan kunnen ze absoluut niet begrijpen. Maar ook niet
als ik vertel, dat bij de oud-gereformeerden moet je de bekering in 7 etappen,
met precies aangegeven tijdstippen meemaken. Voor mij, als tolk en begeleider
ban Nederlanders uit verschillende kerken en stromingen, is soms heel moeilijk
de evenwicht te vinden. Ik geef u een
voorbeeld. Ik vertaal ook voor een stichting , die onder gevangenen werkt , ze
zijn hersteld hervormd gereformeerden, die vroeger gekrookte riet genoemd waren.
Één van de groep der Nederlanders is roker. Wij komen in het zuiden van het
land in evangelische kerken. Daar wordt geen alkohol gedronken, en ook niet
gerookt. Deze twee worden samen met de hoererij in bijna elke preek als de drie
hoofdzonden genoemd. Met de alkohol is er dan nog niet zo een groot probleem,
want dat nuttigen we meestal s avonds voor onze broze lichaam in de vorm van
een koude bier, als onze gastgevers al weg zijn, ..... maar er is een groot
probleeem met het roken. Want de Nederlandse broeder, die wel aanstoot neemt
aan het feit, dat de christenen daar ook op zondag met een mobiel lopen en
bellen, en sommige meiden met een broek omlopen, en al dat soort dingen... hij
kan dat maar niet begrijpen, ......tegelijk zijn gedrag door te roken is
daar een aanstoot als hij na de dienst
in de deur van de kerk hij snel een
cigarettje aan steekt om na twee uur durende dienst zijn velle nikotinedorst te
stillen. Maar dan zit ik de war, want dan komen de lieve gelovigen daar tot mij
en vragen mij: is deze broeder een gelovige, is hij bekeerd? Ik antwoord zonder
aarzeling, jazeker. Maar dan krijg ik gelijk de vraag: dit kan toch niet, want
roken en drinken is zonde. Ik probeer dan een saambindende antwoord: ja, dit
geloof ik, maar in Nederland is roken en drinken , natuurlijk met mate geen zonde.
Dit antwoord geeft enig rust voor de lieve broeders en ze gaan hoofdschuddend
weg. Ik vertel dit aan u, om een beetje aan te geven, hoe moeilijk het is over
hoofdzaak en bijzaak te praten, en te beslissen, wat is nou hoofdzaak en
bijzaak. Want wat hier voor vele christenen hoofdzaak is, is bij ons een
bijzaak, en wat daar hoofdzaak is, is hier een bijzaak.
Paulus in 1Cor.9 zegt een interressant woord. Hij zegt,
dat hij voor de Joden geworden is als een Jood, en voor de Grieken als een
Griek. Voor de Jood is hij onder wet, voor de Griek is hij zonder wet, ik
bedoel de wet van Moses. Hij zegt, dat hij allen alles is geworden, opdat hij
enigen zou kunnen winnen voor het evangelie. Iemand kon zeggen: Paulus is een
windhaan, die
4
karakterloos met alle
winden meewaaide, hoewel dit helemaal niet waar is. Want hij zegt niet: voor de
hoeren ben ik een hoer, voor de dieven een dief, en voor de moordenaars een
mordenaar geworden! Dit moeten we niet zo uitleggen, dat hij probeerde het
evangelie aan allen aanpassen, na de smaak en gevoel van de hoorders praten, en
de scherpe kanten heeft hij allemaal afgesneden. Hij probeerde de cultuur van
de mensen te begrijpen, en zo het evangelie aan hun te brengen. Ik zal daarvoor
ook een voorbeeeld geven. Ik sprak een keer een Nederlandse predikant, die ging
voor een paar jaren naar Canada, om daar een gemeente te verzorgen. In de
canadeze cultuur, net als bij ons is zo, dat iedereen heeft een kerstboom in
december in zijn huis, onafhankelijk van licht en zwaar, links of rechts,
buiten of binnen verband. Maar deze predikant kon dit absolutt niet tolereren,
en hij heeft een verschrikkelijke grote strijd tegen de kerstbomen gevoerd, en
hij was erg trots, dat in de zes jaar, wat hij daar stond , is gelukt de
kerstbomen uit te roeien. Maar de vrouw zei tegen mij: en zodra we weg waren
uit de gemeente, iedereen heeft weer een kerstboom in zijn huis gehaald. Ik
vraag me af: heeft zich geloond deze strijd te voeren, heeft zich geloond zo
veel energie te gebruiken in zo een bijzaak te verstoppen. Overigens toen ik
vertelde dat wij zelfs in de kerk een mooi kerstboom hebben met kerstfeest, dan
zei hij woedend: ik zou dit uitgooien. Bij de afscheid zegt hij tegen mij: je
bent ook andere keer welkom. Jij ook antwoorde ik, maar niet met kerstfeest,
want we willen niet, dat onze mooie kerstboom wordt uitgegooid, en las je dit
doet zullen we je neerschiten. Ik wilde ermee alleen laten zien in welke
belachelijke situaties komen wij terecht, als we beginnen over de bijzaken
ruzie maken, als we met wettische regels bezig zijn.
De grote vraag is natuurlijk: hoe ver kunnen en mogen we
gaan in de vrijheid, waar is de punt waar we niet meer kunnen meegaan? Dit is
voor mij de persoon van Jezus Christus. Ik kan niet meegaan, met degene, die
Christus niet als Gods Zoon, als Verlosser en Zaligmaker erkent. Ik kan niet
meegaan met degene, voor die het kruis van Christus en zijn lijden en zijn
bloed, niet de enige grond van de verzoening, zondenvergeving en eeuwige leven
is. Ik kann niet meegaan met degene, voor wie de offer van Christus niet genoeg
is, of die hoopt door zijn eigen goede werken in de hemel te komen. Ik kann
niet meegaan met degene, voor wie Christus geen hoofd van de kerk is, de enige
Middelaar tussen God en mensen. Ik kaan niet meegaan met degene, die beweert,
dat deze wereld is niet door God geschapen, en deze wereld is nit in de
voorzienende handen van God. Ik kann niet meegaan met degene, voor wie de
Heilige Geest geen God is, alleen maar een onpersoonlijke kracht. Ik kann niet
meegaan met degene, voor wie de rechtvaardiging niet alleen door het geloof in
Jezus Christus is, en die de heiliging niet ernstig neemt. Ik kann niet meegaan
met degenen, voor wie de Glorie van God niets betekent. Ik kann niet meegaan,
die beweert, dat de Bijbel niet Gods Woord is, door Gods Woord geinspireerd, en
die is maar als alle andere boeken puur door mensen geschreven is. Ik
kann niet meegaan met degene, die de zonde goedkeurt, en de morele geboden van
God met voeten treedt, die niet met goede geweten tegen de duivel en de zonde
strijdt. Ik kann niet meegaan met degene die onder de leuze van tolerantie
zegt, dat alles mag.
Waar deze geloofswaarheden wegvallen, daaar kunnen we
niet meer over kerk praten, alleen over een gemeenschap. Maar gemeenschap
kunnen ook andere dingen geven. Er is goenoeg, dat een sluwe ronde gummibal in
beweging komt in een stadion b.v in de Ajaxarena, dan schreeuwen al
tienduizende mensen uit één keel en met één hart. En in het bijzonder als deze
sluwe gummibal lukt in de poort van de andere ploeg te brengen, dan slaat de
vurige
5
enthousiasme tot in de
hemel.Maar is dit een ware en een liefdevolle gemeenschap? Hoe lag duurt
en hoe diep is er?
Natuurlijk de grootste probleem is, dat we ondanks het
feit, dat wij in één kerk geloven, we zien dit niet hier in Schoonhoven of daar
in onze stad. Dit is in het bijzonder hier in Nederland een droevige realiteit.
Ik was erg droevig 6 jaar geleden, toen we het laatst hier waren bij de intrede
van de niewe koning, er was een ocumenische dienst en we waren maar een handvol
mensen aanwezig. Ik vroeg me af: wat heeft de kerken belet om samen voor de
nieuwe koning te bidden? Waarom konnden de roomsen en de meerdere protestantse
kerken niet samen bidden, dat God de nieuwe koning zou zegenen en kracht geven?
In ons land elk jaar in de
derde week van januarie wordt de zog. Okunmenische gebedsweek gehouden. Daar
gaan de 4 historische kerken samen een eredienst vieren. Elke avond wordt
de dienst in een ander kerk gehouden, door een andere predikant.Voor deze week
wordt de thema door een land uitgewerkt, waar zich alle kerken
vertegenwordigen. In deze diensten proberen we de éénheid te beleven, we
proberen elkaar niet te kwetsen, te spreken in de daad over wat ons verbindt en
niet over wat ons scheidt.
Deze bede van Christus is
erg diep en omvattend. Christus bidt hier alleen om het feit, dat de gelovigen hier
op de aarde onder elkaar één zouden zijn. Natuurlijk bidt Hij ook voor. Maar
zijn bede is meer omvattend. Hij bidt dat alle gelovigen met de hemel één
zouden zijn, eens met de Vader, Zoon en Heilige Geest Christus bidt hier niet
om een menselijke éénnheid. Zoiets kann de wereld ook in een voetbalstadion
produceren, hoe we dit al gezegd hebben. De éénheid van de Christenen heeft een
heerlijk doel, dat de wereld zou geloven, dat Christus is door de Vader in de
wereld gestuurd. Met elkaar ruzie makende, met elkaar twistende, scheurende,
elkaar verachtende, elkaar voor
belachelijke dingen onbarmhartig veroordelende christenen zijn niet de beste
reclame voor de zaak van Christus. Een zulke christendom, een zulke kerk is
niet aantrekkelijk voor de wereld, veel meer aanstootgevend. Ruzie maken, met
elkaar twisten, elkaar verachten, elkaar onbarmhartig veroordelen, deze kunst
kann de wereld ook zelf beoefenen, daarvoor heeft ze geen kerk nodig. Maar als
de wereld ziet, dat de christenen ondanks verschillen in cultuur, beleving, in
de bijzaken ééns kunnen zijn, en van elkaar houden, dit kon mensen uit de
wereld in de kerk lokken. Er zit veel in de spel: ongelovige, buitenstaanders
kunnen aangetrokken of afgestoten worden.
Ik heb ook een prachtige
persoonlijke ervaring meegemaakt. 12 jaar geleden was ik deelnemer van
een conferentie van Prison Felowship, een wereldweide stichting, die in
gevangenissen bezig is, gesticht door Charles Corlson, de raadgever von
president Nixon, die na de Water gate skandaal in de gevangenis kwam, en daar
tot levend geloof is gekomen. Nou op
deze conferentie in Toronto waren we uit ongeveer 13O landen, ongeveer 7o
kerken ongeveer 1OOO personen. De conferentie eindigde met een
gemeenschappelijke avondmaalsviering. Sommigen in Nederland zouden zeggen: dit
kann toch niet, maar toen kon het wel. En in dat moment, waar 1OOO mensen, uit
13O landen en uit 7O kerkgemeenschappen begonnen op te staan en tot de
avondmaal gaan, ik had een gedachte. Ik beleef nu al, wat in het boek
openbaring staat, dat een ontelbare menigte zal staan aan de oefer van de
glazerne zee, met palmtakken en harfen in de hand zingend de lied van
Moses en van het Lam. Ik kann dat moment nooit vergeten. Toen
6
voelden we dat alle
kerkmuren zijn in de daad gevallen en we waren één in de bloed van Jezus
Christus.
Wij moeten natuurlijk onze gereformeerde identiteit nooit
opgeven. Als dit ons iemand van ons vraagt, dat moeten we eerlijk zeggen, ik
kan niet meegaan. Maar we kunnen ook niet de roomsen, ortodoxen, evangelischen
dwingen, dat zij hun identiteit opgeven. Wat hun betreft is mij de spreuk van
Richard Wurmbrandt doorslaggevend: als iemend zegt, dat God zijn Schepper, en
Christus zijn Verlosser is, die is mijn broeder en zuster in Christus.
Tenslotte nog een opmerking: ik denk dat de groffe
veroordeling en verachting van de christenen van andere kerken, die in de
bijzaken anders denken niet nuttig is en God zegent dit niet. We zijn niet
geroepen om elkaar te veroordelen, maar om elkaar te getuigen van ons
allerheiligst geloof. We kunnen de andere kerken en de wat anders denkende
christenen niet veranderen. Ik zeg met liefde degenen, die andere kerken en
christenen liefdeloos veroordelen: let op, want in de hemel zullen ook roomsen,
ortodoxen en evangelischen zijn en we moeten daar ook in elkaars ogen
kijken. Het zou erg vervelend zijn, als we daar onze ogen moeten
neerslaan, omdat we hier, op de aarde
elkaar zo liefdeloos en onbarmhartig hebben veroordeeld. Het is erg
triest, dat er zo vele kerken zijn, maar er is toch zo goed, dat God wil alle
kerken, die in Zijn Zoon Jezus Christis geloven zegenen. We mogen niet vergeten
: in deze éénheid geloven wij. In de Apostolische geloofsbelijdenis staat niet
dat we zien, de ene algemene , christelijke kerk, maar er staat: wij geloven in
deze kerk. In de éénheid van de kerk te geloven, is alleen maar mogelijk als je
op Christus en zijn verlossingswerk kijkt. Als we op ons, en op de verdeeldheid
van de kerken zien, dan kunnen we alleen vertwijfelen. Maar we zijn niet
geroepen om te vertwijfelen, maar om te geloven. De pijn, dat er in plaats van
één kerk meerdere kerken zijn zal ons blijven, we moeten deze pijn levenslang
dragen. We zullen altijd eronder lijden, dat er een roomse, dat er een ortodoxe
en ptotestantse en een evangelische kerk bestaat. Dit hoort tot de
“voorlopigheid” van ons aardse bestaan. We leven nog niet in voleinding, maar
in advent, we verwachten maar, wat volkomen is. Maar ook ondanks dit geloven we
in één kerk. Niemand mag zeggen,: ik geloof niet in de opstanding, omdat er nog
doden en graven zijn, ik geloof niet in genezing, omdat nog zieken zijn. Zo
kunnen we ook niet zeggen: ik geloof niet in de ene kerk, want nu nog zo vele
kerken zijn. Christus heeft gebeden voor de éénheid van de kerk, en dit kann
niemand ongeldig maken. Wij geloven in de éénheid van de kerk, ook al we dit nu
nog niet zien.
De verdeeldheid van de kerken, moet ons nog meer heimwee
geven, naar de hemel, waar de kerkmuren zullen niet meer zijn, en we zullen
volledig ééns zijn in het loven en prijzen van God en van de Lam. Wij geloven,
dat de belofte, er zal één herder en één kudde zijn, in vervulling gaan. Daarom
laten we ons tezamen roepen :Maranatha! Kom o Heere Jezus en maak uw kerk één! Amen
Nincsenek megjegyzések:
Megjegyzés küldése